PIJN IN BOVENSTE LEDEMATEN
ALPHA-STIM® GEBRUIK ELEKTRODEN
Instellingen Stimulering
(Behandeling met elektroden)
Alpha-Stim® Model:
Alpha-Stim® M
Behandelingsmethode:
Gebruik een set behandelingselektroden. Sluit de elektroden aan op de uiteinden van de draden en steek de stekker in de connector van kanaal 1. Bevestig de vilten pads aan de elektroden. Bevochtig de pads grondig nat met Alpha Conducting Solution™. Bevochtig de pads nogmaals wanneer dat tijdens de behandeling nodig is.
Frequentie:
Stel frequentie voor kanaal 1 in op 0,5 Hz.
Stroomsterkte:
Selecteer met de knop kanaal 1 tot en met “6” (600 μA) of het hoogste comfortabele niveau.
Timer:
Op elektrode-instelling.
Begin de behandeling met ~ 10 – 15 plaatsingen van de elektroden onder verschillende hoeken zoals afgebeeld en beschreven. Dit geldt als één behandeling. Mogelijk moet deze worden herhaald. Omring het te behandelen gebied met elektroden zodat de stroom door het gebied van de pijn loopt. Druk de elektroden stevig op de blote huid en voer 10 seconden stroom per plaatsing toe. Als de timer piept verplaatst u de elektroden snel naar een nieuwe plaats. Zorg ervoor dat ze daar, tot de volgende piep, stevig blijven zitten.
- Maak als eerste een grote “X” van de voorkant van de schouder naar de achterkant van de hand en van de achterkant van de schouder naar de voorkant van de hand.
- Maak gedurende 40 sec. tot 1 min. kleinere “X-en” dichterbij en direct rond het gebied van de pijn (bv. schouder, elleboog, pols, hand, etc.). Voor carpaaltunnelsyndroom (CTS) of een muisarm (RSI) behandelt u boven de elleboog tot het weefsel tussen de vingers als aanvulling op de lokale behandeling van de pols.
- Behandel het oppervlak wat overeenkomt met het gebied van de pijn aan de tegenoverliggende bovenste ledematen op dezelfde wijze gedurende 20 tot 40 sec., zelfs indien u hier geen pijn heeft.
- Verbind beide bovenste ledematen door voor 40 sec. tot 1 min. op beide op verschillende symmetrische plaatsen één elektrode te plaatsen die het pijngebied omvatten.
Omsluit het te behandelde gebied met elektroden zodat de stroom door het pijnlijke gebied stroomt. Herhaal de behandeling indien nodig. Vergeet niet om de pijn van de patiënt uit te drukken in een cijfer van 1 tot 10 voorafgaand aan de behandeling en tussen de individuele behandelingen door.
Stop met de behandeling als de pijn volledig verdwenen is of als de verbetering, na enkele behandeling, een laagteniveau heeft bereikt. Voor een optimaal resultaat dient de elektrodebehandeling altijd te worden gevolgd door een craniale elektrotherapiestimulatie (CES).
* Opmerking: Verminder de stroomsterkte bij de behandeling van het hoofd als dat nodig is om duizeligheid te voorkomen. Behandeling van het hoofd kan tot gevolg hebben dat de patiënt knipperende lichten ziet als gevolg van stimulatie van de oogzenuw. De patiënt kan ook metalen vullingen proeven bij de behandeling van de mondholte. Vermijd directe stimulering in de buurt van de ogen of de halsslagaders.